‘Herfstzon komt dicht bij mijn ideaalbeeld’

 

Aan tafel zitten Gonnie Heering (55) en Marina Lensen (26). Allebei zijn ze nu twee jaar in dienst bij Herfstzon. Terwijl ze destijds geen van beiden op zoek waren naar ander werk. Verzorgende Marina: ‘Iemand die hier al werkte wees me op een vacature. Maar ik werkte bij mij om de hoek in Losser, waarom zou ik solliciteren? Toen belde Angélique, de directeur. Ik dacht dat ik haar niet goed verstond: een directeur die zelf belt? Of ik een rondleiding wilde. Ik ging. En werd direct gegrepen door de gezellige, huiselijke sfeer. Zó mooi!’

Verpleegkundige Gonnie kwam ook via een tip van een medewerker van Herfstzon binnen: men zocht een verpleegkundige op beide teams  . ‘Ik heb zelfs een collega van mijn oude werk meegenomen. Dat warme, sociale hier – het voelt gewoon goed.’

 

Aansluiten op wat men wil

Een huiselijke sfeer in een kleinschalig verpleeghuis is natuurlijk niet alles waarom het draait. Marina: ‘We proberen hier allemaal samen het beste te bereiken voor de bewoner. Dat betekent: wij van de zorg, de vrijwilligers, de familie, het behandelteam… Bij de intake vult het maatschappelijk werk samen met de nieuwe cliënt en de familie een lijst in: wat zijn iemands wensen en behoeften? We kennen onze bewoners.’ Gonnie: ‘We proberen met elkaar zo goed mogelijk aan te sluiten op wat de mensen fijn vinden. Daarbij zetten we ook onze vrijwilligers in, die horen er hier echt bij. Ik keek er enorm van op in het begin: we hebben er zó veel, geweldig. De een gaat met iemand wandelen of mee naar de dokter, de ander leest voor of bezorgt maaltijden. De coördinator koppelt vrijwilligers prima aan de cliënten, het past precies qua belangstelling.’

Beide collega’s onderstrepen het belang van een goede band met de familie. Marina: ‘Daarin investeer je in het begin veel tijd. En je krijgt er vertrouwen voor terug. Je hebt elkaar nodig, vooral om de cliënt die zorg te kunnen bieden die het dichtst bij zijn wensen komt.’

 

Meedenken en meedoen

De mensen die bij Herfstzon werken zijn mondig en hebben ieder hun eigen inbreng. ‘Alle talenten en kwaliteiten worden hier benut, al passen die misschien niet precies binnen de lijntjes van je functie,’ vertelt Gonnie. ‘Geef jij graag gym, al ben je geen fysiotherapeut? Dat gebeurt. En de bewoners kijken er naar uit.’ Marina beaamt dat: ‘Onze leidinggevende vroeg pas of we met een paar collega’s eens wilden nadenken over wat voor vormen van zorgtechnologie binnen Herfstzon zouden passen. Daarmee ben ik nu bezig. En ik weet dat ernaar wordt geluisterd. Overigens: technologie is altijd ondersteunend aan de “warme zorg”, komt nooit in plaats ervan. Vroeger had ik zo mijn bedenkingen, inmiddels zie ik met eigen ogen dat het iets kan toevoegen. Toen zorgrobot Sara hier logeerde, praatten bewoners echt terug tegen haar, dat was aandoenlijk om te zien. Het gaf wat afleiding ook.’

 

Blijven leren

Herfstzon heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot volwaardig verpleeghuis. De extra kennis komt van scholing en van nieuwe medewerkers die ook hun kwaliteiten meebrengen en delen. Marina: ‘Natuurlijk, we groeien nog steeds in onze deskundigheid, dat blijft. Zo ben ikzelf in opleiding voor verpleegkundige.’ Gonnie vindt het logisch dat medewerkers zich blijven ontwikkelen en specialiseren. ‘De bewoners komen hier met steeds zwaardere indicaties binnen, dat vraagt iets van onze deskundigheid. We hebben nu collega’s die extra veel weten over mondzorg, bijvoorbeeld. Daar kun je dan terecht.’ De medische en paramedische kennis komt grotendeels van de artsen en therapeuten in het behandelteam. Daarmee hebben de zorgmedewerkers korte lijntjes.

 

Mooi hier

Wat het mooist is aan het werken met ouderen? ‘Ik vind het fijn als iemand tevreden is, dat zit vaak in kleine dingetjes’, vertelt Marina. ‘En ook heel bijzonder is het om iets te kunnen betekenen in iemands laatste levensfase, rond het afscheid.’

De collega’s wijzen erop dat binnen Herfstzon de verse maaltijden zo’n belangrijke plaats innemen. ‘We hebben een eigen kok. De mensen zitten ruimschoots op tijd klaar op hun stoel in het restaurant en eten echt beter dan elders.’

Iets anders dat ‘typisch Herfstzon’ is: de woensdagmiddag tijdens het Goorse Schoolfeest. Marina uit Losser: ‘Dat leeft enorm, hier in huis. De mensen praten er het hele jaar over. Ik had geen idee waar ze het over hadden, tot ik een filmpje zag en het een keer zelf meemaakte. Geweldig!’

Ook tijdens de coronatijd leerden Gonnie en Marina de Goorse samenleving beter kennen: er werden zó veel kaarten, bloemen, cadeautjes en attenties gebracht. Gonnie uit Enter: ‘Ik dacht “dát is dus Goor”, ongelooflijk! Het hield niet op.’.

 

Samen het beste bieden

De saamhorigheid onderling bleek des te meer in coronatijd, toen alle medewerkers extra waren aangewezen op elkaar. Marina: ‘Ik moest me een keer ziek melden en ondanks alle hectiek was ook dát probleem binnen een half uur opgelost. Iedereen heeft keihard gelopen. Iedereen. En: het heeft ook veel goeds gebracht, we hebben elkaar allemaal op een andere manier leren kennen. Familie, medewerkers, cliënten, vrijwilligers… Er is veel vertrouwen uit voortgekomen. Enne: we hebben nog steeds paaseitjes!’

Ze vervolgt: ‘Voor mij is het elke dag een verrassing met precies welk team we weer klaarstaan voor de bewoners. Maar het maakt me niet uit met wie ik werk: al mijn collega’s zijn me even lief.’ Gonnie: ‘Het is een superteam. Je bent wie je bent, je kunt en mag jezelf zijn. Je bent hier beslist geen nummer. Altijd zijn er lieve attenties met moederdag of op je verjaardag. Maar ook bij ziekte of als er iemand overlijdt. Dat doet je goed.’

Marina vat samen: ‘Ja eigenlijk komt Herfstzon heel dicht bij het ideaalbeeld dat ik vroeger had van goede ouderenzorg: samen het beste bieden aan de bewoner.’

Terug naar het overzicht